Railay Island 

Jana’s onterechte paranoia voor krokodillen werd vandaag prachtig versterkt. Het eerste dat we zagen op het eiland Railay was een waarschuwingsbord voor krokodillen. Een half uur nadat het vliegtuig opgestegen was aan het begin van onze reis begon Ome Erwin al wilde verhalen te vertellen over krokodillen. ‘Overdag moet je gewoon niet te ver de zee ingaan, want verderop zitten haaien. Maar laat in de middag/ begin avond moeten we echt van het strand zijn, want dan komen de krokodillen’. Het werd natuurlijk weggelachen, maar Jana werd vorige week toch een beetje zenuwachtig toen we na 5 uur nog aan het strand lagen. Met de prachtige timing van deze bordjes konden de verhalen lekker uitbreiden. Kijken hoelang we dit vol kunnen houden. Ik lees ‘s avonds mijn blogstukje altijd voor, dus zelf zal ze dit niet lezen.

Eerst even terug. We zijn veilig op Railay aangekomen. Vanochtend zijn we door de alleraardigste bamboe-hutjes-man naar de boot gebracht. Nouja, boot... Je mag het bijna geen boot noemen, eerder vlotje. Ik stond wel even te kijken toen we bij de goorste en kleinste haven stonden dat ik ooit had gezien. Maar goed, het is wat het is en je zal toch verder moeten. Met veel enthousiasme en een klein beetje tegenzin stapte ik de boot op. Voetjes omhoog, want er lag water in de boot. Wanneer er water IN de boot ligt weet je dat je de schipper kan vertrouwen. Het zag er trouwens sowieso heel betrouwbaar en veilig uit hoe onze kapitein met zijn voeten de boot bestuurde. 

We hoefden gelukkig niet, zoals Ome Erwin ons had gezegd, met onze rugtas boven onze hoofd door het water naar het eiland te lopen. Dat soort dingen zijn van 6 eeuwen terug. Nu is alles toch zoveel moderner. Nu konden we als royalty over een pier van (soort van) plastic melkpakken lopen. 

Na onze eerste stapjes op Railay eiland wisten we niet precies waar we heen moesten. Dat maakt dus blijkbaar helemaal niet uit, want er is maar één weg, dus verdwalen kan helemaal niet. Zelfs als je het richtingsgevoel van Martha hebt gaat dat nog moeilijk. 

We moesten langs het strand over een bergpaadje. We liepen langs prachtige resorts en die van ons moest uitgerekend weer op het uiterste puntje van het eiland zijn. Dit was dus niet bepaald een rustige wandeling. Om een beeld te schetsen: je hebt het stik heet, draagt 100 kilo op je rug en een fles water in je hand, loopt je kuiten te trainen door recht een berg op te lopen en probeert niet van de rots terpletter te vallen wanneer foto’s probeert te maken voor internet. Alles voor de Insta-Fame.

Ik schrok van de bellboy toen hij me een bakje vloeistof gaf en een natte doek. Is dit om je handen in te wassen? Of om op te drinken? Ik vroeg 10x wat het was, maar het enige wat ik kreeg was lief geknik. Het bleek een drankje te zijn, dit drankje zei al genoeg over hoe chique het hier is. Mijn reactie op het drankje liet het personeel ook goed weten dat we normaal niet zo chique overnachten. Ik heb het enige Nederlandse boek uit de boekenkast gehaald toen de rest aan het inchecken was. Saskia Noort, ik zal er toch aan moeten geloven. Ik hoop dat ‘de eetclub’ me niet zò erg zal teleurstellen. 

De bellboy kon zijn gezicht niet meer in de plooi houden toen wij allemaal zeiden dat we onze eigen rugtas wel konden dragen. We hebben het geweten toen we vervolgens een heel stuk over de terrassen omhoog moesten lopen. Met omhoog bedoel ik dat je bijna gezekerd moet worden zo steil. Ik was net op het punt om toch mijn tas door hem te laten dragen toen we voor onze deur stonden. Vandaag was mijn eer weer net optijd gered. 

Beste. kamer. ooit. Je had erbij moeten zijn. Niet alleen woorden maar ook foto’s schieten tekort. Prachtig uitzicht op de jungle, de zee en de apen die langs je balkon klimmen. De kamer is mooi ingedeeld met een bank, een grote kast en een kingsize bed. De badkamer met rainshower maakt het helemaal af. 

De zon scheen dus zijn we met onze verwende, luie reet maar aan het zwembad gaan liggen. Oh ja, het is een infinity pool. Ik dacht, ik zeg het er even bij. 

Nu skipt het verhaal dus gelijk verder naar de avond. Want aan het zwembad slapen is niet echt avontuurlijk. 

‘S avonds begon het te stormen. Niet een beetje storm, maar een beetje veel storm. Toen het in onze magen ook begon te donderen moesten we uiteindelijk wel door de storm opzoek naar een restaurantje. Met ons harnas van regenjassen gingen we de weg terug die we opkwamen. We moesten langs omgevallen bomen klimmen om bij het eerste restaurantje te kunnen komen. Mom’s kitchen, zo heetten het en wat kon die moeder koken zeg.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hongkong Airport

Siam @ Siam

Pattaya